Mousserend of Stille Prosecco?

De teelt van de Glera-druif en de productie van Prosecco bestaan al sinds de Romeinse tijd. In de 19e eeuw werd Prosecco steeds populairder in de regio Veneto. Oorspronkelijk was Prosecco een stille wijn, die vooral door de lokale bevolking werd gedronken. De productiemethoden zijn door de jaren heen echter geëvolueerd.

Tegenwoordig is Prosecco een veelzijdige wijn, die in verschillende varianten verkrijgbaar is: mousserend (spumante), half mousserend (frizzante) en stil (tranquillo). Deze termen geven aan of de wijn respectievelijk mousserend, half mousserend of stil is. Hoewel Prosecco vooral bekend staat om de mousserende versie, is er een hernieuwde interesse in stille Prosecco. Bij het maken van stille Prosecco wordt de wijn vergist in grote tanks, maar zonder de tweede vergisting die de bubbels creëert. Dit resulteert in een rustige, niet-mousserende wijn, waarin de fruitige en bloemige smaken van de Glera-druif goed tot hun recht komen.

Stille Prosecco biedt een andere smaakbeleving, waarin de unieke eigenschappen van de Glera-druif duidelijker naar voren komen. De geschiedenis van stille Prosecco is een belangrijk onderdeel van de bredere geschiedenis van de Prosecco-productie in Italië, wat de ontwikkeling en diversiteit van deze populaire wijn weerspiegelt.

Proefnotities

Stille Prosecco toont de belangrijkste kenmerken van de Glera-druif, met heerlijke bloemige en fruitige aroma's. De stille versie heeft een zachtere, romigere textuur, waardoor je meer aandacht kunt schenken aan de natuurlijke smaken van de druif. De verfrissende zuurgraad maakt de wijn goed drinkbaar, waardoor het een uitstekende keuze is als aperitief of om gewoon puur van te genieten.

Prosecco smaakt het beste wanneer hij goed gekoeld wordt geserveerd, bij een temperatuur tussen de 7°C en 10°C. Het koelen van de wijn versterkt de frisse en verkwikkende eigenschappen.